Dorpsnieuws

Joost JansenHet is goed mis bij die koning. Ik begin me onmiddellijk af te vragen waarom die mensen niet op zo’n uitnodiging ingaan. Is hij niet geliefd? Maar dan ga je toch om de andere mensen of om te netwerken? Het eten zal ongetwijfeld goed zijn op een bruiloftsmaal en met zoveel genodigden hoef je de koning of het bruidspaar zelf niet te ontmoeten.

Of misschien is je eigen werk veel belangrijker? Mijn zaken: ‘me first’. Ik denk dat dit ook een belangrijke oorzaak is van de oplopende coronabesmetting. ‘Me first’, ik wil nog wat aan mij jeugd hebben, ik wil nog los kunnen gaan en plezier hebben in mijn bestaan. ‘Me first’: het belang van de aandeelhouders is belangrijker dan de mensen van de onderkant van de samenleving. Wat er verder op mijn pad komt dat gum ik gewoon weg, of zuiver ik weg. Zo bezien komt zo’n parabel van Jezus wel heel dichtbij. Want dit gebeurt vandaag ook. Dat wat je niet aanstaat, ruim je op. En wat je niet ziet, dat bestaat dan ook niet meer…

Dan kun je als koning, of als baas, of als eindverantwoordelijke wel sancties toepassen, economische sancties of zelfs militair ingrijpen, de situatie verander je daar niet mee. Mensen veranderen niet van binnen door drukmiddelen van buiten. Dat zie je wel in het laatste stukje van de parabel. Dan heeft de koning de deur opengezet voor de mensen van de straat, maar ook onder hen zijn er die niet begrepen hebben dat je je toch er op moet kleden. En dan gaat het natuurlijk niet alleen om de uiterlijke kledij, het gaat ook om hoe je van binnen bent.

De innerlijke houding, ik denk dat het daarom gaat in de beide lezingen die we zojuist gehoord hebben. Ik zou bijna zeggen dat het visioen, die droom uit de profeet Jesaja, een soort antwoord is op de problematiek van ons evangelie. Het gaat bij de profeet om mensen die zich openen voor een ander, en ook voor God. Het zijn mensen die kunnen danken voor wat ze krijgen. Mensen die positief beginnen en zien hoe een ander het goede doet. Ik ken mensen die altijd beginnen bij het negatieve.

Soms reageer ik: wat moet dat voor die mens van binnen moeilijk zijn om steeds maar vanuit het negatieve te starten. Ik herinner me nog de leraar Duits op school, een oude pater jezuïet, die eiste dat je altijd begon met de positieve kant bij een medeleerling te zien en vervolgens zei je pas wat er nog verbeterd kon worden. Dat werd er bij ons ‘gründlich’ ingestampt, het was tenslotte Duitse les. Ik heb er veel van geleerd. Het bouwen aan een goede gemeenschap gaat altijd via de weg van de bemoediging. Tevens van de vergeving omdat je gelooft dat die ander nog zoveel meer positiefs in zich draagt dat hij in balans kan leven. We willen ons houden aan de Covid-19-maatregelen niet om een bekeuring te vermijden maar veeleer omdat anders mijn ouders, of andere zwakkeren in de samenleving er mee besmet raken. Of gewoon omdat het zoveel meer voldoening geeft om voor een ander een mooi bruiloftskleed aan te trekken dan mijn eigen ding te doen.

We voelen de pijn wanneer we belemmerd worden om elkaar aan te raken, elkaar op te zoeken, bij elkaar te zijn. We voelen die pijn in ons maatschappelijk bestaan, ik – en gelukkig velen met mij – voelen die pijn ook hier in de kerk. Kerk-zijn doe je samen. Teruggebracht worden tot ongeveer 30 kerkgangers is frustrerend. En toch: bij de eerste lock-down in maart zijn we onmiddellijk begonnen met een facebookpagina (hebt u ons al gelinkt), we zijn een nieuwsbrief begonnen (al geabonneerd?), ik ben gaan telefoneren. Wat kunnen we nog meer doen om elkaar te blijven uitnodigen, elkaar nabij te zijn? Is het niet een taak van ons allen om niemand uit te sluiten van die ontmoeting met de koning, de ontmoeting met elkaar, de ontmoeting met God.

Joost Jansen, pastoor